Cyclometrische functies
bereken uit het hoofd sin(bgtan15/8-bgcos7/25) tan(bgsin12/13+2bgsin4/5) bewijs "xis een element van(-1,1):cos(2bgcosx)=2x2-1
Jan de
3de graad ASO - woensdag 14 januari 2004
Antwoord
Enkele tips voor de eerste oefening:
sin2(x) + cos2(x) = 1 sin(x) = +/- Ö(1-cos(x))
cos2(x) = 1/(1 + tan2(x)) sin2(x) = tan2(x)/(1+tan2(x)) sin(x) = +/- tan(x)/Ö(1+tan2(x)) cos(x) = +/- 1/Ö(1+tan2(x))
Pas op de gegeven uitdrukking eerst de formule voor sin(a-b) toe.
sin(bgtan(15/8))cos(bgcos(7/72)) - cos(bgtan(15/8))sin(bgcos(7/72) (*)
Pas nu de formules van hierboven toe, bijvoorbeeld
sin(bgtan(15/8)) = +/- tan(bgtan(15/8))/Ö(tan(bgtan(15/8))2+1) = +/- (15/8)/Ö((15/8)2+1) = +/- 15/17
Aangezien bgtan(15/8) zeker iets is tussen -p/2 en +p/2 en de sinusfunctie in dat interval steeds positief is, moeten we het plusteken kiezen.
Maak een gelijkaardige redenering voor de andere factoren die in (*) voorkomen.
De andere oefeningen zijn volledig analoog (de laatste is duidelijk de eenvoudigste van de drie).
donderdag 15 januari 2004
©2001-2024 WisFaq
|