Lastige breukspitsing met cos
Ik heb een lastige primitieve die ik moet uitrekenen met behulp van primitiveren en breukslitsing. Dit is de opgave: 1/(cos(q)*(1+sin(q)).
Hoe berekenen ik de primitieve (ik dacht zelf om substitutie toe te passen, maar heeft dit nut?)
Bij voorbaat dank Erik
Erik
Student universiteit - dinsdag 30 december 2003
Antwoord
Hoi, Je moet I=òdx/[cos(x).(1+sin(x))] berekenen. Welnu: I= òcos(x).dx/[cos2(x).(1+sin(x))]= òd[sin(x)]/[(1-sin2(x)).(1+sin(x))] De substitutie t=sin(x) ziet er dus goed uit! I= òdt/[(1-t2).(1+t)]= òdt/[(1-t).(1+t)2] Splitsen in partieelbreuken houdt in dat je a, b en c berekent zodat: f(t)=1/[(1-t).(1+t)2]=a/(1-t)+b/(1+t)+c/(1+t)2. (tip: a=lim((1-t).f(t),t®1) en c=lim((1+t)2.f(t),t®-1)) Daarna wordt I berekenen kinderspel. Nu aan jou! Groetjes, Johan PS:
andros
dinsdag 30 december 2003
©2001-2024 WisFaq
|