Verdubbelings en halveringsformules
Hoi, Hier volgt een voorbeeld uit mijn studieboek en ik het niet helemaal volgen: Gegeven: cos1/2a=1/2 Gevraagd: cos2a Oplossing: cosa=2cos21/2a-1 en cos2a=2cos2a-1 dit volg ik nog, maar dan: cos 2a=2(2cos21/2a-1)2-1 =8cos41/2a-8cos21/2a+2-1 =8(1/2)4-8(1/2)2+1=1/2-2+1=-1/2 ik begrijp niet hoe cos 2a=2(2cos21/2a-1)2-1 kunt u mij hiermee op weg helpen? b.v.d. Joop
joop
Leerling mbo - zaterdag 25 oktober 2003
Antwoord
Je zegt: "Oplossing: cos(a)=2cos2(a/2)-1 en cos(2a)=2cos2(a)-1" In de volgende stap wordt de eerste uitdrukking voor cos(a) gesubstitueerd in de uitdrukking voor cos(2a), meer is er niet aan. Snap je?
zaterdag 25 oktober 2003
©2001-2024 WisFaq
|