Convergentie in webgrafiek
Hallo,
Ik heb een vraagje over een eindexamenopgave van vorig jaar. namelijk Wiskunde B1,2 2002-I opgave 13.
In deze opgave moet je laten zien voor welke waarden u0 de rij naar 0 convergeert. In de uitwerking stellen ze nu de rij u gelijk aan -x. Ik heb geleerd dat als je de convergentiepunten uit wil rekenen je f(x) gelijk aan x moet stellen. waarom stellen ze nu die f(x) gelijk aan -x?
Als ik f(x) gelijk stel aan x krijg ik alleen 0 als convergentie punt (en Ö-2 maar dat kan natuurlijk niet.) Als je f(x) gelijk stelt aan -x krijgt men de covergentie punten -Ö2 , 0 en Ö2
Ik hoop dat u deze eindexamenkandidaat kan helpen
Joost
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 10 mei 2003
Antwoord
Het voorschrift van de rij was: un=-1/2(un-1)3 Dekpunten bereken je door op te lossen -1/2x3=x Dus x3+2x=0 dus x(x2+2)=0 Dus x=0 of x2=-2. De enige oplossing hiervan is x=0 (dus er is geen convergentiepunt x=-Ö2)
In het plaatje hierboven kun je zien dat voor de gekozen waarde van u0 (11/2) de grafiek "naar buiten" draait. Als je ook een webgrafiek tekent voor bijvoorbeeld u0=1, dan zul je zien dat de grafiek "naar binnen" draait naar het dekpunt x=0.
De overgang tussen deze twee situaties vindt plaats voor het geval dat u1=-u0. Dit is zo als u0=0 of u0=Ö2 of u0=-Ö2. (Dit komt omdat de grafiek van y=-1/2x3 symmetrisch is in de oorsprong, dwz f(-x)=-f(x))
Als x=Ö2 of x=-Ö2 dan zal de webgrafiek rondjes blijven draaien. Daarom moet je de vergelijking f(x)=-x oplossen om te weten te komen waar de overgang zit tussen het naar binnen draaien en het naar buiten draaien.
Als -Ö2u0Ö2 dan convergeert de rij naar het dekpunt x=0.
zaterdag 10 mei 2003
©2001-2024 WisFaq
|