Loading jsMath...



Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Oppervlakte van de doorsnede

Opdracht en vraagstelling:

Beschouw een kubus waarvan alle ribben dezelfde lengte a hebben. Op de ribbe AD vinden we het punt T tussen A en D, zodanig dat AT/AD= 1/4.Bereken de oppervlakte van de doorsnedeveelhoek.

Werkwijze:

Ik ben tot de conclusie gekomen dat de doorsnedeveelhoek een parallellogram is.
De oppervlakte daarvan bekom ik door de lengte van CT te vermenigvuldigen met de lengte van IJ.

CT kon ik eenvoudig berekenen want DCT is een rechthoekige driehoek en ik pas de stelling van Pythagoras toe. Zo bekom ik voor CT 5a/4.

Ik kom echter in de problemen bij het berekenen van IJ.
De lengte van IC kan ik ook berekenen door dezelfde stelling van Pythagoras toe te passen. Dat geeft me a \sqrt{} 17/4.
Maar nu raak ik in de problemen. Ik weet niet hoe ik de lengte van CJ moet berekenen, om zo IJ te bekomen.

Kunt u mij helpen, aub?

Arthur
3de graad ASO - woensdag 20 november 2024

Antwoord

Ik kan het met een beetje valsspelen: je moet in feite het lijnstuk CI loodrecht op CT projecteren om CJ te krijgen. Dat kun je met behulp van vectoren doen: CI=(\frac14a,0,a) en CT=(\frac34a,a,0) (vanuit C liggen B, D, en G in de positieve x-, y-, en z-richting). De lengte van CJ is dan het inwendig product van de twee vectoren, \frac3{16}a^2, gedeeld door de lengte van CT en die is \frac54a.

Alternatief: neem J variabel op de lijn CT, zeg CJ=\lambda\cdot(\frac34a,a,0). Dan kun je IJ ook in \lambda uitdrukken.
Bepaal dan \lambda zó dat CJ^2+JI^2=CI^2; dan is de hoek bij J recht (omgekeerde stelling van Pythagoras).

kphart
vrijdag 22 november 2024

 Re: Oppervlakte van de doorsnede 

©2001-2025 WisFaq