Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 92963 

Re: Re: Re: Re: Re: Re: Reuzenrad

Invullen geeft:
H(t)=10−10·cos(4$\pi$·10/60)=15.

Ik heb geprobeerd om deze formule te detailen en kom uit op:
10-10cos(2/3$\pi$) $\Rightarrow$ 10+10·0,5=15
Wilt u aub verifieren of dit korrect is.

Met grote dank

ron
Student hbo - woensdag 8 december 2021

Antwoord

Netjes opschrijven geeft:

$
\eqalign{
& H(t) = 10 - 10 \cdot \cos \left( {4\pi \cdot t} \right) \cr
& t = \frac{{10}}
{{60}} \cr
& H\left( {\frac{{10}}
{{60}}} \right) = 10 - 10 \cdot \cos \left( {4\pi \cdot \frac{{10}}
{{60}}} \right) \cr
& H\left( {\frac{{10}}
{{60}}} \right) = 10 - 10 \cdot \cos \left( {\frac{{40}}
{{60}}\pi } \right) \cr
& H\left( {\frac{{10}}
{{60}}} \right) = 10 - 10 \cdot \cos \left( {\frac{2}
{3}\pi } \right) \cr
& H\left( {\frac{{10}}
{{60}}} \right) = 10 - 10 \cdot - \frac{1}
{2} \cr
& H\left( {\frac{{10}}
{{60}}} \right) = 10 + 5 \cr
& H\left( {\frac{{10}}
{{60}}} \right) = 15 \cr}
$

Dan begrijpt iedereen wat je doet.

WvR
woensdag 8 december 2021

©2001-2024 WisFaq