ok, ik snap hoe je bij xgem - Z ·s/ Ön komt door Z = X – μ σ te herlijden, maar wat wordt er precies bedoeld met m xgem+z·s/Ön? heeft dat te maken met het feit dat 95% van alle waarnemingsgetallen tussen m-2s en m+2s ligt? Daarnaast schijnt het dat de kans dat de onbekende min het gevonden 95%-betrouwbaarheidsinterval niet altijd 0,95 is, maar ook iets hoger of lager kan liggen, hoe zit dat precies eigenlijk?
met vriendelijke groet,
sjoerd
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 31 maart 2003
Antwoord
De formule xgem-z·s/Ön m xgem+z·s/Ön schat op basis van het steekproefgemiddelde waar het werkelijk gemiddelde m tussen zit. Dit heet een betrouwbaarheidsinterval voor m. Je hebt de m hier dus niet maar je wil hem schatten.
Veel heeft dat niet te maken met de grenzen m-2s en m+2s. Deze grenzen geven aan dat als je een trekking doet uit een normale verdeling met BEKENDE m en s de kans dat de waarde tussen m-2s en m+2s in zal liggen ongeveer 95% bedraagt. Het uitgangspunt is dus anders. Toch heeft het wel iets met elkaar te maken. Die 2 moet eigenlijk 1,96 zijn en komt uit de z waarde bij 95% betrouwbaarheid. Die Ön wordt nu Ö1 en mag je dus weglaten. In de praktijk kunnen de uitkomsten nog wel eens tot een andere waarde als die 95% leiden. Bijvoorbeeld als de verdeling waaruit je trekt niet echt normaal verdeeld is.
Om het goed te snappen zou je eigenlijk toch de boeken in moeten duiken.