Bij een deel van een examen vraag kom ik niet uit zoals staat in het antwoordmodel:
Gegeven is een vectorvoorstelling van vlak ABE: v=(4,0,0)+l(0,1,0)+m(-4,2,3) en de vergelijking: OCF: 3x-2z=0
Bepaal een vectorvoorstelling van de snijlijn van de vlakken ABE en OCF.
Ik heb de vectorvoorstelling omgezet naar vergelijking:
ABE:x=4-4m y=l+2m Z=0+3m
3x+4z-12=0 met vlak OCf 3x-2z=0
Als ik in deze x =l neem 3x-2z=0 Krijg ik 3l=2z Z= 1 1/2 l
Dan is de richtingsvector l(1,0 1 1/2)=l(2,0,3) Kan ik dan (0,0,4) als steunvector gebruiken omdat deze voor beide vergelijkingen klopt? Zodat een vectorvoorstelling van de snijlijn is:(0,0,4)+l(2,0,3).
Maar mijn antwoord is helaas niet goed het model geeft: (1 1/3,0,2)+l(0,1,0).
mboudd
Leerling mbo - maandag 13 april 2020
Antwoord
Moet je dan niet de twee vergelijkingen combineren?