Ik dacht aan het volgende. De jongens kiezen elk een meisje, de eerste kiest er 1 uit 3, de tweede 1 uit 2 en de derde 1 uit 1, dit geeft: 1/3 · 1/2 · 1/1. Bij de meisjes weet ik het niet meer. Is het daar ook 1/3 · 1/2 · 1/1 of hebben zij eigenlijk geen keuze meer omdat ze de juiste jongen moeten nemen opdat er drie reizen gewonnen worden?
Ralph
3de graad ASO - zondag 16 december 2018
Antwoord
Hallo Ralph,
Je bent goed op weg, het is in ieder geval goed om alle keuzes in gedachten na elkaar te laten plaatsvinden. Maar je maakt nog wel een belangrijke vergissing. De eerste jongen mag elk meisje kiezen, hij heeft dus keuze van 3 uit 3. De tweede jongen kiest ook uit 3, maar niet elk meisje is een 'gunstige'mogelijkheid (d.w.z.: een mogelijkheid die tot drie prijzen kan leiden). Hoeveel 'gunstige' mogelijkheden heeft hij dan nog? En hoeveel 'gunstige' mogelijkheden blijven over voor de derde jongen?
Dan de meisjes: hoeveel gunstige mogelijkheden zijn er voor elk meisje?