Ik moet voor mijn s.otje scheikunde de dichtheid van verschillende materialen berekenen. Daarbij is het belangrijk om de significantie toe te passen. Maar hoe pas je de significantie toe bij meerstappige berekeningen?. Bijvoorbeeld M: 200 gr = 0,2 kg (dit is niet volgens de significantie) V: 30 ml ρ: M/V = 0,2/30=.... kg/ml = ...kg/cm3
Je kunt namelijk flink de fout ingaan als je de eerste berekening al anders hebt afgerond (in dit geval was dat 200 gr maar het wordt moeilijker bij 166 gr bijvoorbeeld. Bedankt!
Joep
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 7 oktober 2018
Antwoord
Hallo Joep,
Naar mijn weten wordt bij natuurkunde en scheikunde de volgende vuistregel gebruikt om het aantal significante cijfers vast te stellen:
Eindantwoord met hetzelfde aantal significante cijfers als het kleinst aantal significante cijfers bij de gebruikte gegevens.
Het aantal significante cijfers tel je vanaf het eerste cijfer dat niet nul is tot en met het laatste cijfer:
Belangrijk is dat je tussenresultaten niet afrondt voordat je hiermee verder rekent. Dan maakt het niet uit hoe je tijdens de berekening overgaat naar andere eenheden. Ik zal dit laten zien aan de hand van enkele voorbeelden:
m=200 gr = 0,200 kg (3 significante cijfers) V=30 ml = 30 cm3 = 0,000030 m3 (2 significante cijfers)
Je ziet: als je tussentijds niet afrondt, kom je steeds op hetzelfde eindresultaat, ook bij gebruik van verschillende eenheden. Dus geen tussenresultaten opnieuw in je rekenmachine intypen, gebruik in plaats daarvan de ANS-knop om je tussenresultaat bij een volgende rekenstap opnieuw te gebruiken.