De veeltermen f(x) en g(x) zijn veeltermen met reële coëfficiënten. De veelterm f(x) heeft bij deling door x2-1 rest x+1 en de veelterm g(x) heeft bij deling door x2−1 rest x−1. Welke rest heeft de veelterm f(x)+g(x) bij deling door x+1?
Manu V
Student universiteit België - vrijdag 27 oktober 2017
Antwoord
Hallo, Manu.
Uit de gegevens blijkt dat er veeltermen h(x) en j(x) met reële coëfficiënten bestaan zodat
f(x) = (x2-1)h(x) + x+1 en g(x) = (x2-1)j(x) + x-1, dus