Geachte, de lijnen L en M snijden elkaar niet. Daar ben ik dan ook niet van uitgegaan, zoals u stelt. Zij zijn ook niet evenwijdig. Dat zij elkaar niet snijden en niet evenwijdig zijn, is eenvoudig aan te tonen. Dus K snijdt L in een punt (P) en snijdt M in een punt (Q). P en Q zijn niet gelijk.
De vergelijking van K is c(4,3,1). Maar hoe kom je daaraan?
Alvast dank.
Hans
Student universiteit - dinsdag 14 maart 2017
Antwoord
Uit je vergelijkingen blijkt dat je veronderstelt dat $Q-P=(0,0,0)$ en dat komt neer op $P=Q$, en dat betekent toch echt dat de lijnen elkaar snijden.
Hoe je het wel aan zou kunnen pakken staat in het tweede deel van het antwoord.