Ik heb een vraagje over een antwoord van een opdracht in de examenbundel die ik niet snap. Je moet dus twee formulen met elkaar vergelijken; L-110 = 45.4 + 0.89 x (L - 152.4) En dan staat er dat je eerst de haakjes moet wegwerken, en er staat: L - 110 = 45.4 + 0.89 x L - 0.89 x 152.4 En dan gaat het zo verder en kom je uit op een goed (ook met rekenmachine) antwoord L = 176,67 cm.
Mijn vraag is waar komt die andere 0.89 vandaan? Ik snap dat echt niet. Ik weet dat er een 0.89 staat, maar hoe kan er ineens nog een 0.89 bij?
Ik hoop dat u mij kan helpen, alvast bedankt!
Gr, nina
Nina
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 20 mei 2016
Antwoord
Hallo Nina,
Dit is het 'haakjes wegwerken'. Vergelijk dit maar met:
3 × (2+4) = 3 × 6 = 18
Dit is ook:
3 × 2 + 3 × 4 = 6 + 12 = 18
Een voorbeeld om dit duidelijk te maken:
In een zakje zitten 2 dropjes en 4 pepermuntjes (dus 2+4 snoepjes). Je hebt 3 zakjes. Dus: 3 keer 2 dropjes en 3 keer 4 pepermuntjes, dus: