Hartelijk bedankt, nu begrijp ik het! Ik heb echter nog één vraagje wat de gebroken rationale functies betreft.
Bij het onderdeeltje veeltermbreuken bespreken we in de klas dat R(x),+,· het quotiëntenveld of breukenveld van R[x] is. R(x) bevat dus allemaal rationale vormen of veeltermbreuken.
Ik ben echter een beetje in de war wat onderstaande notatie betreft: R,+,· ⊂ R[x],+,· ⊂ R(x),+,·
Zou u mij kunnen uitleggen waarom er hier sprake is van inbedding?
Groetjes Liese
Liese
3de graad ASO - zondag 10 april 2016
Antwoord
De eerste $\subset$ vat elk reëel getal op als de constante functie met die waarde; in die zin is elk reëel getal een polynoom, en wel van graad $0$. Evenzo kun je elk polynoom als een rationale functie opvatten, met noemer gelijk aan de constante functie $1$, dat geeft de tweede $\subset$. Je hebt te maken met inbeddingen (deelstructuren) omdat telkens de optelling en vermenigvuldiging uit de grote en de kleine structuur dezelfde uitkomsten geven.