Een andere oplossing maakt gebruik van het feit dat (1+1/x)x naar e nadert als x naar oneindig gaat.
Als je teller en noemer van de breuk die tussen haakjes staat door x2 deelt krijg je (1+1/x+6/x2)/(1+2/x-8/x2). Laten we de meetkundige reeks los op de noemer, dan zien we dat dit gelijk is aan (1+1/x+6/x2)(1-2/x+12/x2+...), waarbij ... staat voor termen vanaf de derde graad. Werken we de haakjes uit, dan krijgen we voor de uitdrukking 'onder' de limiet (1-1/x+16/x2+...)4x, en dat is volgens het bovengenoemde feit gelijk aan e-4.
Dr P
Iets anders - woensdag 17 februari 2016
Antwoord
Tsja, en dan mag je uitleggen waarom je die hogere-orde termen ongestraft weg mag laten. Je kunt deze weg wel bewandelen, maar dan iets voorzichtiger. Vermenigvuldig met en deel door $(1-\frac1x)^{4x}$, na wat gemanipuleer kom je uit op $$ \left(1-\frac1x\right)^{4x}\cdot\left(1+\frac{16x-8}{x^3+x^2-10x+8}\right)^{4x} $$De eerste factor heeft limiet $e^{-4}$ en de tweede heeft limiet $1$: voor grote $x$ geldt $$ 1\le \left(1+\frac{16x-8}{x^3+x^2-10x+8}\right)^{4x} \le \left(1-\frac{16}{x^2}\right)^{4x} $$En $\lim_{x\to\infty}\left(1-\frac{16}{x^2}\right)^{4x}=1$, dus de insluitstelling doet de rest. Hierbij moet je toch weer even naar de $e$-macht en de logaritme en gebruiken dat $\lim_{u\to0}\frac1u\ln(1+u^2)=0$.