Super! ja moet gaan lukken. Ik snap alleen niet hoe je weet of iets normaal of binomiaal verdeeld is of wanneer de possion verdeling toegepast moet worden, zou u mij dit kunnen uitlegen?
Thomas
Student hbo - donderdag 3 juli 2014
Antwoord
Een binomiaal kansexperiment herken je m.b.v. deze 'checklist':
het gaat om een herhaald experiment (bijvoorbeeld: 40 vragen, 10 keer dobbelsteen gooien enz)
steeds zijn er maar twee mogelijke uitkomsten, deze noemen we succes of niet succes. (bijvoorbeeld: goed of fout, groen of niet groen, jongen of meisje, 6 ogen gegooid of niet 6 gegooid enz)
de kans op succes is steeds gelijk (alle vragen zijn 5-keuze-vragen, steeds dezelfde kans op 6 ogen enz.)
je telt het aantal keren dat succes voorkomt (bijvoorbeeld: precies 10 vragen goed, minstens 3 keer 6 ogen gegooid, minstens 3 meisjes uitgekozen)
De binomiale verdeling is dus discreet: het aantal keer succes is altijd een geheel getal, je kunt niet 3,2 vragen correct beantwoorden.
Een normaal verdeelde grootheid is continu: deze kan (binnen bepaalde grenzen) elke waarde aannemen, zoals lichaamslengte of gewicht van potjes pindakaas. Je telt niet een aantal gebeurtenissen, maar je bekijkt of de kansvariabele onder of boven een bepaalde waarde ligt (of tussen twee gekozen waarden).
De poissonverdeling is van toepassing wanneer je het aantal gebeurtenissen telt in een bepaald tijdsinterval, binnen een bepaalde ruimte enz. Ook dit is een discrete verdeling, net als de binomiale verdeling.
Drie verschillende typen kansexperiment dus. Lees de vraag goed, en beredeneer welk type van toepassing is. Dan weet je ook welke aanpak je moet kiezen.