Bij het tweede doe ik 12 omdat ik (x-1) ook in het kwadraat doe, dus moet het bovenste ook in het kwadraat, waar uiteindelijk toch wel 1 uitkomt. Maar als ik dit uitwerk kom ik niet op het uitkomst: g(x)= (x2-x+1)/(x-1)2
Alex
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 25 oktober 2013
Je weet wel: je kunt de teller en noemer met een factor vermenigvuldigen zonder dat de waarde van de breuk verandert.
Dat kwadrateren van teller en noemer en denken dat je daarmee weg komt? Dat lijkt me toch niet in de haak. Tenzij je zou willen beweren dat bijvoorbeeld $\frac{2}{3}$ hetzelfde is als $\frac{4}{9}$. Dat lijkt me toch een beetje onzin. Niet doen. Hou je aan de regels...