Bepaal voorschrift A(2,2) B (6,2) C (8,3) xt = 5-b/2a = 5 dus b=-10. Hoe verder werken? Uitkomst klopt niet met de oplossing.
VAN AE
2de graad ASO - dinsdag 15 oktober 2013
Antwoord
De punten A en B (en niet C) liggen symmetrisch ten opzichte van de rechte x=4 Dus x(top)=4 (en niet 5)
De top is niet strikt noodzakelijk. Je kunt de 3 punten invullen in de algemene vergelijking van de parabool, zodat je een stelsel krijgt van 3 vergelijkingen met 3 onbekenden.