Mijn probleem zit echter in het GR plotten en dan het uitvogelen. Hierdoor snap ik dus ook niet waarom je voor A=1,9 een punt voor krijgt..
Alvast bedankt!
Joop
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 13 mei 2013
Antwoord
In de bijgeleverde grafieken is te zien dat men A = 1 heeft gekozen (kijk maar bij t = 0). In elk geval is duidelijk zichtbaar dat bij deze agekozen A de w steeds onder de d blijft. Je wilt echter dat die grafiek er zo af en toe bovenuit komt en dus moet je de ampltude groter maken. Het 'uitvogelen' bestaat nu hieruit dat je een grotere waarde voor A kiest en eens kijkt wat het dan oplevert. Zou je A = 3 hebben gekozen, dan zie je direct (gewoon op je GR) dat dit veel te groot is. Dus ga je wat lager zitten bijv. met A = 1,5. Dat blijkt dan weer te klein. Zo kom je vermoedelijk al gauw tot de gedachte om A = 2 te nemen en dat lijkt dan helemaal te kloppen. De waarde A = 1,9 is dan bedoeld om te laten zien dat het dan nog nét fout gaat, zodat het A = 2 blijft. Men vroeg per slot van rekening naar de kleinste A en met die waarde 1,9 erbij als controle heb je dat aangetoond. Dat ene punt krijg je omdat je daaraan hebt gedacht en niet te snel tevreden was.