Ik vraag mij af hoe je de volgende sommen moet berekenen
De som van (3j-2) met j=20 tot 50.
De som van (3i3+5) met i=2 tot 4.
De som van (1/3)^(k-3) met k=5 tot oneindig.
Ik snap het concept niet helemaal in combinatie met de formules die je hiervoor kunt gebruiken. Meestal komt j=1 voor, maar als j bijvoorbeeld 20 is, kom ik er niet uit. Zou u deze sommen voor mij willen uitwerken?
Alvast bedankt!
Studen
Student universiteit - donderdag 15 november 2012