Hoe benader je nu dit probleem met goniometrie? r=√(a2+b2) en tg$\alpha$=b/a r= √(22+82)=2√17 en tg$\alpha$=(8/2)=4 en $\alpha$=75°57'50'. Hoe werk ik nu dit probeem verder af? 2√17(cos75°5750'+i sin75°57'50') = 2√17(0,2425+0,9660i) Datis dan de goniom.vorm Groetjes, Rik
Rik Le
Iets anders - dinsdag 3 april 2012
Antwoord
Het enige waar je nu in geslaagd bent is dat je op omslachtige en onnauwkeurige wijze een factor 2√17 aan de rechterkant buiten haakjes hebt gehaald. Immers je kan ook zo wel zien dat 2+8i=2√17·(1/√(17)+4/√(17)i) Ik zie niet zo goed hoe je dat dichter bij de oplossing kan brengen.
Kijk nu nog eens goed naar het vraagstuk. 'z+|z|=2+8i. Waaraan is |z|2 dan gelijk.'
Schrijf z=a+bi. Dan |z|=√(a2+b2) en |z|2=a2+b2
De vergelijking gaat dan over in: a+bi+√(a2+b2)=2+8i Je kunt dit herleiden tot het stelsel:
a+√(a2+b2)=2 en b=8.
a oplossen uit dit 'stelsel' en invullen in |z|2=a2+b2 en klaar is Hendrik.