-In een vaas zitten 18 rode, 12 blauwe en 32 witte knikkers. Vincent pakt zes knikkers uit de vaas. Bereken de kans op drie witte en drie blauwe knikkers.
-Wouter laat de schijf 6 keer draaien. Bereken de kans op drie appel en drie keer peer (in de schijf bevindt zich 2 peren, 2 appels en 1 banaan)
Zou u mij kunnen uitleggen WAAROM het met en zonder terugleggen is. Alvast bedankt!
Stan
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - dinsdag 26 oktober 2010
Antwoord
Voorbeeld 1 Als je in één greep 6 knikkers pakt dan is het 'zonder terugleggen'. Je kunt dit 'uitwerken' als 'zonder terugleggen'. In één greep 6 knikkers pakken is hetzelfde als 6 knikkers pakken 'zonder terugleggen'.
Voorbeeld 2 Bij elke draai blijven alle vruchten mogelijk. Dat is dan 'met terugleggen'. Je kunt ook zeggen dat de kans op de verschillende mogelijkheden steeds hetzelfde blijft.