1) Het bedrukt gedeelte van een blad is 200 vierkante centimeter (dit is een rechthoek afgebeeld in andere rechthoek). Bepaal het voordeligste formaat (dit is het formaat met de kleinste oppervlakte) als er links en rechts 1 cm, onder en boven 2 cm wit moeten blijven.
2) Bepaal domein (mijn tekentabel klopt niet maar heb nulpunten juist) f(x)= (x2+4x+4)/(-x2+x-5)
3) f(x)=(x2-2x-8)/(x2-8x+16) vereenvoudigd voorschrift is (x+2)/(x-4) maar hoe kom je daar nu aan is het misschien tweevoudig nulpunt?
matthi
3de graad ASO - maandag 4 oktober 2010
Antwoord
1) Noem de lengte van het bedrukte deel x. De breedte is dan $ \frac{{200}} {x} $. De oppervlakte van de grote rechthoek is dan gelijk aan: