Op het interval0,1/2p definieren we f(x)=(x-sin(x))(p-x-sin(x) Gevraagd wordt te bewijzen dat deze functie f op het gegeven interval stijgend is.
Dat lijkt simpel. Kijk naar f'(x)0 en laat zien dat dit geldt op het gehele interval. Echter wat blijkt? f'(x)=cos(x)[2sin(x) - p] - 2x +p We hebben nu te maken met een weerbarstige goniometrische ongelijkheid. Wat nu? Met behulp van het softwareprogramma Derive kan ik wel laten zien dat f'(x) 0 is op het gegeven interval, maar dat is geen bewijs. Herschrijf ik echter f'(x) als f'(x) = {(sin(2x) + p] -[pcos(x) - 2x], dan blijkt dat, alweer met Derive dat sin(2x)+p pcos(x)+2x Hoe verder?
Math
Ouder - zaterdag 18 september 2010
Antwoord
Beste "Math",
Bij je laatste uitwerking van f'(x), waarbij je 2sinxcosx hebt vervangen door sin(2x) staat een tekenfoutje bij -2x. Misschien dat dat het verschil verklaart. Je hoeft echter de vergelijking f'(x)=0 niet op te lossen om te zien dat f' binnen het interval altijd positief is. Want sin(2x)0 (De grenzen 2x=0 en 2x=p doen niet mee) -pcos(x)0, dus sin(2x) + p -pcos(x)p. En 2xp. q.e.d. Groeten, Lieke.