Ik heb het uitgewerkt voor 5 en 6 stoelen en de kans is een half. Als iemand binnenkomt wiens plaats bezet is kan hij op Koen's stoel gaan zitten. Dan gaat vervolgens iedereen op zijn eigen stoel zitten en Tim dus ook. Als hij op Tim's stoel gaat zitten gaat ook iedereen daarna op zijn eigen stoel zitten en moet Tim op Koen's stoel zitten. Beide kansen zijn even groot. Als hij op een willekeurige andere plek gaat zitten herhaalt de procedure zich. Dus de kans dat Tim op zijn eigen stoel gaat zitten is 1/2. Dit is volgens mij wel het goede antwoord.
Judith
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zondag 23 mei 2010
Antwoord
Judith, Je hebt gelijk. Zij n=aantal stoelen. Dan is de gevraagde kans=(1/n)+1/2(n-2)/n=1/2.