1) Het is de groeifactor per minuut omdat de tijd in minuten is gegeven ( en het feit dat er telkens een een intervalsprong van een hale minuut is, er niet toe doet) ?? 2) Is dit de ogenblikkelijke helling? Als ik het met het rekenmachine uitreken via 2ND calc, 6: dy/dx , dan bekom ik (-0,69). Dus betekent dit een snelheid van 0,69 cm per minuut?? Maar kan als ik manueel de afgeleide van mijn functie bereken kom ik iets heel anders uit. Hoe komt dit?
Alvast bedankt voor het antwoord!
Groeten
N
3de graad ASO - maandag 12 april 2010
Antwoord
Ik ga het even opnieuw doen, want nu pas heb ik bewust gezien dat de tijden per halve minuut oplopen (ook ik moet dus beter lezen!), maar ik kom ook niet aan jouw groeifactor. Als ik per tijdstoename de groeifactoren bekijk, dan krijg ik 2,4/2,8 = 0,86 en 2,0/2,4 = 0,83 enz. Als ik die lijst van 6 enigszins verschillende factoren middel, dan vind ik de groeifactor 0,84. Dan zou de formule kunnen zijn D = 2,8 . (0,84)t met t in halve minuten. Hierin staat D voor de dikte van de schuimkraag. Als we met deze formule doorwerken, dan geeft de rekenmachine op het moment t = 1 als afgeleide waarde het getal -0,41 op, wat betekent dat op dát moment de kraag met 0,4 cm/halve minuut aan het afnemen is. Met de formule voor de afgeleide D' = 2,8 . (0,84)t.ln(0,84) vind je uiteraard hetzelfde.