Nee, daar ben ik niet mee bekend, helaas. Ik snap de 2e stap niet, "Deze kun je -4 keer en 5 keer van de tweede, respectievelijk derde vergelijking aftrekken." Wilt u de opgave misschien helemaal voor mij uitwerken? Alvast bedankt!
Vivian
Student hbo - maandag 21 december 2009
Antwoord
Deze stap gaat als volgt -4a-4b-c=2 4*(a-2/3b+c=-1/3)= 4a-8/3 b +4c= 4/3
-4a-4b-c=2 4a-8/3 b +4c= 4/3 -------------- + -20/3 b +3 c= 10/3
Voor de andere vergelijking doe je hetzelfde 5a+2b-2c=3 -5a+10/3 b -5c= 5/3 5a + 2b -2 c = 3 ------------- + 16/3 b -7c=14/3
Kun jij nu op eenzelfde manier uit -20/3 b +3 c= 10/3 16/3 b -7c=14/3