Als ik nou voor de kleinste waarde 5 kies en voor de grootste waarde x. Dan ziet het er zo uit:
5/x=x/x+5 Als ik dit met de abc-formule doorreken, krijg ik: 5±Ö125/2. Maar ik moet als teller 10 (2x5?) uitkrijgen om de goede verhouding te krijgen... Maar ik mag niet zomaar zeggen dat a in de tweedegraadsfunctie 5 is, want dan klopt mijn discriminant niet. Hoe zit dit?
kevin
Student universiteit - donderdag 1 oktober 2009