Omdat je geen haakjes gebruikt, is het onduidelijk hoe je probleem er uitziet. Als ik lees wat er staat, dan komt het misschien neer op de volgende vergelijking: 2000/40a = a/2·2,5 ofwel 50/a = a/5 Dit los je dan op met het zogeheten 'kruislings vermenigvuldigen'. Je krijgt a·a = 50·5 en daar weet je wel raad mee.
Als de opgave toch iets anders in elkaar zit, dan meld je je maar en denk er dan aan om wèl haakjes te plaatsen. In dit vak luistert dat nogal nauw!