IK heb altijd gemeend dat, bij het bewijzen van identiteiten, het de bedoeling is om een lid om te werken naar het andere. Mag men ook beide leden uitwerken om dan tot een nieuwe gelijkheid te komen ?Hiet wordt het eerste lid toch: (sin2x+cos2x)/sinx.cosx = 1/(sinx.cosx) wat toch automatisch leidt tot het tweede lid, zijnde secx.cosecx. Misschien is mijn reactie wat flauwtjes maar ik wilde gewoon weten hoe men , in het algemeen , identiteiten behandelt in goniometrie. Vriendelijke groeten, Rik
Rik Le
Iets anders - dinsdag 17 februari 2009
Antwoord
Beste Rik,
Dat mag natuurlijk allemaal: - vertrekken van het linkerlid, proberen het rechterlid te krijgen, - omgekeerd, - beide leden herschrijven tot iets gemeenschappelijks.
Zolang elke stap "omkeerbaar" is (je wilt equivalenties, zodat de oorspronkelijke gelijkheid een identiteit is), is het prima.