Ik snap ook niet hoe je breuken moet differentieren en hoe je precies een breuk omschrijft naar een 'gewoon' getal. Hoe moet je bijvoorbeeld van : f (x)= -4/x4 de afgeleide functie bepalen. En van f(x)= 3+ -1/(2x)3 ? Ik hoop dat dit duidelijk uitgelegd kan worden. Ik snap het differentieren namelijk wel in de f(x)= x2 vorm.. maar met breuken lukt het niet.
Meliss
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 19 november 2008
Antwoord
Op 2. Exponentenregel staat het uitgelegd. Je probleem heeft misschien meer te maken met 'gebroken' en 'negatieve' exponenten?