Wanneer men de grafieken schetst liggen de punten P,Q, en R inderdaad van links naar rechts op een lijn waar er bij een bepaalde y=a de afstand 1/2PR=QR maakt.
QR = ey - (-ey) QR = 2ey
PR = ey -(1/2ey -2) PR = ey - 1/2ey + 2 PR = 1/2ey + 2
1/2PR = QR 1/2(1/2ey + 2) = 2ey 1/4ey + 1 = 2ey 1 = 13/4ey ey = (4/7) y = Ln(4/7) (dus ook de gezochte lijn a) y = -0.5596
Ik kom niet tot uw antwoord, wat gaat hier verkeerd?
Thomas
Iets anders - dinsdag 3 juni 2008
Antwoord
Ik denk dat jouw antwoord het juiste is. Bekijk deze aanpak eens, die je misschien wat simpeler vindt. Noem de punten R(r,a) en Q(-r,a) en (dus) P(-3r,a). Het getal r is positief en verifieer dat nu inderdaad Q midden tussen P en R ligt. Omdat P en R op de zelfde horizontale lijn y = a liggen, moet gelden dat de functiewaarden gelijk zijn. Dat wil zeggen ln(-6r+4) = ln(r). Dus -6r+4 = r ofwel r = 4/7 en dús a = ln(4/7). In het antwoord van mijn collega-beantwoorder zal wel een foutje geslopen zijn, maar dat hoort er (helaas) óók bij!