Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 55678 

Re: Re: Re: Tweedegraadsvergelijking met breuk

Vanaf hier is het compleet duidelijk.

t2 - 3t - 4 = 0

abc formulen toepassen geeft
D = 25 ect.. D0 dus 2 oplossingen
t= -1 (voldoet niet)
t = 4
x2= 4
x = 4 V x = -4
x=2 v x= -2

alleen nu zit ik nog wel met de vraag waarom ik die x2 niet moet vermenigvuldigen met het onderste deel v. de breuk maar wel me de andere 'termen'. Hopelijk kunt u me hier wat meer over vertellen.
Alvast bedankt voor de duidelijke uitleg en de snelle reacties.

Dennis
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 22 mei 2008

Antwoord

Omdat de regel zegt dat je voor het vermenigvuldigen van een breuk met een getal, je enkel de teller vermenigvuldigt. 4 x 1/2 = 4/2, niet 4/8.

cl
donderdag 22 mei 2008

©2001-2024 WisFaq