Bij het delen van veeltermen: Als je f(x) deelt door (x+1) is de rest -1 Als je f(x) deelt door (x-2) is de rest 5 Als je f(x) deelt door (x+1)(x-2) zou de rest 2x+1 moeten zijn. Maar hoe kom je hiertoe?
ellen
2de graad ASO - zondag 20 april 2008
Antwoord
Beste Ellen,
Als f(x) bij deling door (x+1) rest -1 heeft, dan bestaat er een veelterm a(x) zodat je kan schrijven:
f(x) = (x+1).a(x) - 1
Op dezelfde manier bestaat er een b(x) zodat:
f(x) = (x-2).b(x) - 5
Vermenigvuldig nu de eerste vergelijking met (x-2), de tweede met (x+1) en trek de vergelijkingen van elkaar af. Herschrijf dit terug naar f(x) = ...