Haha ja omdat ik dus twijfelde ofdat het wel goed ging.
Dus,
-(lnx)/x - ò-1/x2 = -(lnx)/x - (1/(3x3))
Kijk dat kon ik net ook doen, maar nu gaat er toch echt wat fout (denk ik).
Ok, even aan genomen dat ik het goed doe, zo zou ik het dan afmaken:
-(lnx)/x - (1/(3x3)) dit zien als f(x)
dan f(¥)-f(-¥) en dat zou het antwoord zijn, denk ik. Alleen dit kan al niet, want je kan niet de ln x nemen als x een negatief getal is. Dus waar maak ik fouten?
(ok ik kom nu dom over, ik ben pas net bezig met deze stof en het is nog verwarrend voor me..)
Ronald
Student universiteit - zondag 2 december 2007
Antwoord
Bij de eenvoudigere integraal ga je wel een beetje de mist in, kijk dus nog maar eens de rekenregel voor de integraal van een macht van x.
Verder begin je over integratiegrenzen, hoewel die in de oorspronkelijke opgave blijkbaar niet staan. Zoiets heet een "onbepaalde" integraal en dan houdt de oefening gewoon op bij het vinden van die functie f(x) waar jij van spreekt.
Als er wel integratiegrenzen gegeven zijn, dan bereken je die "bepaalde" integraal inderdaad op die manier, maar wat je invult hangt natuurlijk af van de grenzen uit de opgave. -oo is hier een onzinnige grens aangezien het integrandum niet eens bestaat voor negatieve getallen. Ik vermoed dat je hier een opgave uit de les iets te vlijtig doortrekt naar nieuwe opgaven