Tweedegraadsvergelijkingen met de ABC-formule oplossen
Hallo!
Ik vroeg me af hoe je vergelijkingen zoals
(x2-4)(x2-1)=5 (Öx-1)(Öx-3)=1 Öx(1+Öx)=1-Öx
kunt oplossen dmv abc-formule. Ik weet de formule, maar begrijp niet hoe ik deze vergelijkingen hiermee moet oplossen. Kunnen jullie me helpen?
Alvast bedankt!
Birgit
Student universiteit - woensdag 22 augustus 2007
Antwoord
Beste Birgit,
De abc-formule geeft oplossingen voor vergelijkingen in de vorm ax2+bx+c=0 ,waarbij a niet 0 is.(In dat geval is het een eerste graads vergelijking). Je zal dus altijd je vergelijking in die vorm moeten brengen voor je de abc-formule kan gebruiken. Dus haakjes uitwerken, alles naar links werken en gelijksoortige termen samen nemen. In onderstaande link, ook te vinden in de rubriek samengevat, zie je bij de voorbeelden 3 en 4 ook vergelijkingen waar het rechterlid niet 0 is.