Eerst maar een driehoek tekenen met twee hoeken van 72° en een hoek van 36°.

Verder heb je nodig gelijkvormigheid en de sinusregel...Eerst zelf proberen? Lees dan niet verder...
ABC
BCD (overeenkomstige hoeken zijn gelijk)
Dan geldt: BC:CD=AB:BC
Dus 1:(p-1)=p:1
Met kruislings vermenigvuldigen krijg je:
p(p-1)=1
p2-p-1=0
p=(1+√5)/2 of p=(1-√5)/2
Oh?.. aha! p=$\phi$
Dit is wel een hele bijzonder driehoek, dit is een gulden driehoek!
Wat toevallig..!
Tekenen we de driehoek nog een keer:

Volgens de sinusregel geldt:

Invullen:

Maar misschien kan het wel veel handiger...
Zie Bron
WvR
maandag 29 oktober 2001