Alleen nu heb ik een opdracht waarbij (in mijn ogen) de 'n' en de 'a' niet bekend zijn, maar alleen de 'p'. Kan ik dit dan toch op deze manier oplossen dus met lijst/tabel?
Een supermarkt heeft een weggeefaktie. Voor elke 20 gulden die je besteedt, ontvang je een enveloppe. De helft van alle enveloppen bevat een waardebon. Bij inlevering van 5 waardebonnen, ontvang je een kadobon ter waarde van 10 gulden. Hoeveel moet je besteden, zodat de kans op minstens 5 waardebonnen groter wordt dan 0,95?
Groetjes Mariska
Marisk
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 30 januari 2007
Antwoord
Beter...
Het probleem van de weggeefaktie lijkt er wel een beetje op. Mijn idee? Schrijf eerst eens op wat je weet! Ik doe dat altijd in een vaste volgorde:
X:stochast p:de kans op succes n:aantal experimenten P(X...):de kans op
In dit geval dus: X~aantal waardebonnen p=1/2 n=? P(X5)0,95
P(X5)0,95 Þ P(X4)0,05
Nu zou je denken 'weet je wat ik maar weer een lijstje in L2' met:
Binomcdf(L1,.5,4)
Maar op de een of andere manier wil ie dat niet... en geeft de GR steeds een foutmelding. Dus dat gaat niet lukken... dan maar gokken!
Binomcdf(10,.5,4)®0,377 te weinig! Binomcdf(20,.5,4)®0,006 te veel! Binomcdf(15,.5,4)®0,059 bijna, maar nog te veel! Binomcdf(16,.5,4)®0,038 ok!
Dus je moet 16 keer 20 gulden besteden... (gulden? eh... moet dat niet euro zijn?). Nou ja al met al dus 320 gulden dus...