Re: Vectormeetkunde: berekenen van vectorvoorstelling
Bedankt voor uw antwoord. Bij som 1 zijn dus in principe beide methodes die ik gebruik goed? alleen dat de tweede mij meer werk kost dan de eerste. Bij de eerste moet ik dus de richtingsvector gaan wisslen. Maar dat is dus alles wat ik hoef te doen bij zo een opgave? Eerst dacht ik aan het inproduct, want dat heeft ook met loodlijnen te maken als ik me niet vergis. Wanneer moet ik daarmee werken dan?
Bij som 2 is er dus geen enkel punt die die afstand heeft omdat de lijnen evenwijdig zijn. Had ik zelf ook wel kunnen bedenken maar ik was nog onzeker.
Serhan
Student hbo - zondag 14 januari 2007
Antwoord
Som 2: inderdaad. Som 1: De beide methodes zijn inderdaad goed. Als je de eerste methode volgt, komt het inderdaad neer op het omwisselen van de volgorde van de richtingsvector EN één van de twee coördinaten van teken verwisselen. De idee hierachter steunt inderdaad op het inproduct: twee vectoren staan loodrecht als en alleen als hun inproduct gelijk is aan nul. En dan kan je eenvoudig nagaan dat (a,b) en (-b,a) loodrecht staan, want hun inproduct is gelijk aan a*(-b)+b*a=0. En het klopt, de eerste methode is allicht wat minder werk.