Ik ben aan het oefenen voor de Amerikaanse GMAT toets. In een oefenopgave zit een vraag waarvan ik echt niet weet hoe ik die moet oplossen.
Jim kan in 30 minuten een zwembad met water vullen door er emmers water in te gooien. Sue kan datzelfde klusje in 45 minuten. Tony kan hetzelfde werk in 1,5 uur doen. Hoe snel kunnen ze een zwembad vullen als ze dit samen doen?