ik heb nu verder gewerkt op uw manier en heb nu dus gedaan:
De snijlijn van 2 vlakken staat loodrecht op beide normaalvectoren N$\alpha$ (1;-1;-1)
en b $\Leftrightarrow$ 2= -x-y+3z
dus Nb = (-1;-1;3)
nu staat d loodrecht op deze normaalvectoren dus is:
x-y-z=0 en -x-y+3z=0 dus is 2x-4z=0
Stel x dan =r
dan is x=r z= 1/2r
De richtingsgetallen van d zijn dan (1;0;1/2)
D moet b snijden dus dan: d$\Leftrightarrow$ x=2+r y=-3 z=2 + 1/2 r
Waar maak ik nu fouten, en hoe moet ik eventueel verder werken?
Alvast bedankt!
Elke
3de graad ASO - dinsdag 28 maart 2006
Antwoord
dag Elke,
de fout die je maakt zit in de richtingsgetallen van d. Als je x=r kiest, dan is inderdaad z=1/2r, maar y is niet 0! Verder is het niet handig om de letter r te gebruiken voor d, omdat deze letter al in gebruik is bij b. Kies voor d dan liever de parameter s. Ik zou trouwens liever breuken vermijden, en dus z=s kiezen, waardoor x=2s, en y is dan gelijk aan x-z = s. Dus de richtingsgetallen van d zijn (2, 1, 1) Het snijpunt van b en d kun je nu beschrijven met: x = 1 + r + 2s y = -1 - 2r + s z = 1 + r + s Deze moet a snijden: dit geeft twee vergelijkingen met twee onbekenden r en s. Kun je deze oplossen? succes,