uw uitleg begrijp ik wel, met dat gelijknamig maken, maar het lukt me nog steeds niet om het toe te passen op mijn sommen... dan zou je dus x gelijk moeten maken aan 4x-5..wordt het dan x(3x-5) ??? ik snap er niks van...
:)
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 25 januari 2006
Antwoord
dag Elize,
Nog even terug naar het voorbeeld. Ik maak 4 toch niet gelijk aan 5? Ik maak een nieuwe noemer, die ik zowel door 4 kan delen als door 5. In dit geval dus 20 (20 is 5 maal 4). Nu weer jouw breuken. Ik heb een noemer x en een noemer 4x-5 De nieuwe noemer is x·(4x-5) Dus hoe je nu aan die 3 komt is me een raadsel. groet,