hallo, ik moet een vergelijking oplossen en om dat te kunnen hebben ze een voorbeeld gegeven. Dit voorbeeld begrijp ik alleen niet en nu kan ik alle sommetjes niet maken... het voorbeeld:
2-x 4+2x
--- + 4 - ---- = 0 (dat zijn breuken ;P )
x x-3
vervolgens gaan ze 'gelijknamig maken' en daar snap ik het niet meer, dan zeggen ze dit:
(2-x)(x-3) 4x(x-3) x(4+2x)
---------- + --------- - --------- = 0
x(x-3) x(x-3) x(x-3)
ik snap dus niet waarom ze overal die (x-3) achterplakken..
ook gaven ze het volgende voorbeeld, waar het weer mis gaat:
2x-3 2x-3 4x
---- - 4 wordt dan ---- - --- = 0
x x x
een aantal van de sommen die ik dan voorgeschoteld krijg is
2x2 - 3x
-------- = 0
x
2 1
- + 1 - ---- =0
x 4x-5
ik kan echt geen kant op...alvast bedankt!
x
:)
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 25 januari 2006