de omtrek P van een rechthoek is 28 cm,terwijl de diagonalen 10 cm lang zijn. bepaal L en B van deze rechthoek.
brent
Overige TSO-BSO - donderdag 19 januari 2006
Antwoord
Hallo
Als je de omtrek kent ken je ook L+B. En dan kun je L uitdrukken in functie van B.
Je weet ook dat L2+B2=100; vervang hierin L door hetgeen je hierboven hebt gevonden. Je krijgt een vierkantsvergelijking in B waaruit je B kunt berekenen.