Mijn vraag is als volgt: "De kans dat een kind in een bepaalde familie blauwe ogen heeft is 1/4, en deze eigenschap is onafhankelijk geërfd door verschillende kinderen in de familie. Als al bekend is dat van 5 kinderen het jongste kind blauwe ogen heeft, wat is dan de kans dat tenminste 3 van de kinderen blauwe ogen hebben?"
(de vraag is vertaald uit het engels) Ik weet al dat voor een voorwaardelijke kans geldt dat: P(A|B) = P(AB)/P(B) Dus ik moet berekenen: de doorsnede van de kans dat het jongste kind blauwe ogen heeft en dat minstens 3 kinderen blauwe ogen hebben, gedeeld door de kans dat het jongste kind blauwe ogen heeft. Ik dacht dat de kans dat het jongste kind blauwe ogen heeft 1/4 is omdat de eerste 4 kinderen elke kleur ogen mogen hebben en de laatste blauwe ogen, dus: 1*1*1*1*(1/4)= 1/4 En de kans op de doorsnede P(AB) had ik zo berekend: (4 2) * (1/4)^2 * (3/4)^2 + (4 3) * (1/4)^3 * (3/4)^1 (4 4) * (1/4)^4 * (3/4)^0 = 67/256 Dus het antwoord zou moeten zijn: 67/256 / 1/4 = 67/64 maar die kans is groter dan 1 en dat kan niet. bovendien staat er bij de antwoorden dat de kans 1/4 moet zijn. wat heb ik fout gedaan?
Anne K
Student universiteit - vrijdag 23 september 2005
Antwoord
Voordat je allerlei interessante dingen gaat doen met P(A) en P(B) zou 't verstandig kunnen zijn eerst te formuleren wat je met gebeurtenis A en B precies bedoelt...
Je hebt 5 kinderen, de jongste heeft blauwe ogen, de kans dat een kind blauwe ogen heeft is 1/4. Wat is de kans op minstens 3 kinderen blauwe ogen hebben? Dus wat is de kans dat van de 4 overige kinderen er minimaal 2 kinderen blauwe ogen hebben...
Is dat niet 'gewoon' een binomiale verdeling met: X:aantal kinderen met blauwe ogen van de 4. n=4 p=1/4 Gevraagd: P(X2)???