erik
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 14 juni 2005
Antwoord
Eerst maar 's een tekening:
Noem de 'nieuwe' zijde van de regelmatige tienhoek 'x'. Neem als lengte van de 'oude' zijde BE=1. In driehoek ABC ken je de hoeken... (ga na!) AC=x en ik kan AB en BC uitdrukken in x. Er geldt AB=BC=1/2-1/2x (ga na!).
Door het toepassen van de cosinusregel in $\Delta$ABC rolt de waarde van 'x er zo uit...