Waarom is K(a^2) het kleinste lichaam waar K en a^2 in zitten, en wat betekent dit precies?
K(a) is een lichaam...,dus...Ik begrijp niet wat ik nu moet concluderen.
Omdat a een nulpunt is van x^2-a^2 is [K(a):K(a^2)] gelijk aan 1 of 2.Waarom is dit zo?Heeft dit misschien te maken met de volgende stelling: Als a algebraisch is over K, dan is er een uniek monisch irreducibel polynoom f in K[x] dat a als nulpunt heeft.Er is een homomorfisme K[x]/(f)-K[a]=K(a) en de graad [K(a):K]=deg(f).
Groeten, Viky
viky
Student hbo - dinsdag 22 februari 2005
Antwoord
In het algemeen staat K(a) voor de uitbreiding van het lichaam K door daar a aan toe te voegen (en zo zuinig mogelijk te doen, dus niets toevoegen dat niet echt hoeft), in die zin is K(a) lichaam waar K en A in zitten. Nu hebben we K, a en a^2; a^2 zit in het lichaam K(a) want a zit daarin en dus z'n kwadraat ook. Alles wat we met behulp van de lichaamsoperaties uit K en a^2 maken (en dat is precies wat in K(a^2) zit) zit dan ook in K(a). Je tweede opmerking is juist: a is algebraisch over K(a^2) en nulpunt van het polynoom x^2-a^2 over K(a^2), z'n mimimale polynoom is dan een deler van x^2-a^2 en dus van graad 1 of 2.