Eigenlijk snap ik er niet zo veel van, ik snap dat in mijn geval de 'r' 5 is, toch?Hoe zie ik eenvoudig dat het linkerlid de waarde 0 oplevert. En als ik U(0) in vul om P te verkrijgen komt P=1 uit, maar dit geldt alleen voor U(0) en U(1). Kunt u misschien wat meer uitleg geven/ uitwerken? Dank jewel BvD
dennis
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 28 december 2004
Antwoord
dag Dennis,
Het klopt dat in jouw geval geldt: r=5. dus Uh = P·5n Invullen in het linkerlid geeft: P·5n - 5·P·5n-1 en dat is gelijk aan 0, toch? Nu moet je nog niet meteen U(0) gaan invullen, want je weet U(n) nog niet, alleen nog maar Uh. Dus nog even geduld. Up = A·3n + B Invullen geeft: A·3n + B - 5·(A·3n-1 + B) = 1.5·3n - 0.5 Veeg nu de termen met 3n bij elkaar, en de constante termen ook, en je krijgt: A-5/3·A = 1.5 en -4B = -0.5 Hieruit kun je dus A en B berekenen. Je vindt dus: Up = -9/4·3n + 1/8 Nu weet je dus U(n) = Uh + Up. In deze formule kun je voor n de waarde 0 invullen, om P te berekenen. Ik hoop dat het zo wat duidelijker is geworden. groet,
Dit is een reactie op vraag 31763 
