Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 31341 

Re: Sinusoiden

okay heel erg bedankt dit snap ik nu.

Maar hierop volgt: Als de functie f(x)=cos(x) of f(x)=tan(x) .. Hoe reken ik dan de toppen uit?

En als de fuctie van f(x)=sin(x) naar f(x)=sin(2x) verandert. Hoe reken ik dan de toppen uit van de functie f(x)=sin(2x) en de verschuiving tussen deze 2 fucties?

Ik hoop dat U deze vragen nog kan beantwoorden.

Pascal
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 18 december 2004

Antwoord

De cosinusfunctie is een horizontale verschuiving van de sinusfunctie over x = -p/2.
In eenzelfde interval hebben f(x)=cos(x) en f(x)=sin(x) dus evenveel toppen.
Als je de tangens-functie goed bekijkt zul je zien dat deze functie geen toppen heeft.

Bij de functie f(x)=sin(2x) is de frekwentie verdubbeld. In hetzelfde interval zullen er dus dubbel zoveel toppen zijn.
Bij een verschuiving verandert de vorm van de grafiek niet. Het aantal toppen zal dus niet veranderen.

LL
zaterdag 18 december 2004

 Re: Re: Sinusoiden 

©2001-2024 WisFaq