Ik ben een student uit de 3é graad van het ASO, kunnen jullie mij op weg helpen om aan deze vraag te beginnen
Gegeven de punten A(0,6), B(16,10), C (m+8,0) en D (m,0) met m$>$0 in een orthonormaal assenstelsel, m is een parameter.
a) Teken de vierhoek ABCD b) Bepaal de waarde van m zodat de vierhoek ABCD de kleinst mogelijke omtrek heeft. Bepaal de nulpunten zonder ICT.
Met dank,
Gerard 6EW
claes
3de graad ASO - zondag 12 december 2004
Antwoord
a)
b) De omtrek is |AB|+|BC|+|CD|+|DA| (onder |AB| versta ik de lengte van het lijnstuk AB. |AB|=√(162+42) |BC|=√((m+8-16)2+102) |CD|=8 |DA|=√(m2+36) De totale omtrek kun je nu uitdrukken in m. Middels differentieren kun je dan de waarde(n) van m vinden waarvoor de omtrek minimaal is. Ik zie niet in wat dit met bepaalde integralen van doen heeft!